Categoriearchief: Kind

Zomertijd

Het kan natuurlijk ook ergens anders aan liggen, maar sinds die k.. zomertijd heb ik al een paar dagen een niet-te-genieten -peuter.
Met als hoogtepunt vanavond een fietstochtje met een continu schreeuwend wezen achterop de fiets dat NIET NAAR HUIS WIL EN NIET WIL SLAPEN EN NEEEEEE NIET NAAR HUIS EN NEEEEE NIET SLAPEN WAAAAGGHHHBBBTFFFSAAAAAAAAAAAAAAA!!!!!!

NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE…….

Ik ben kapot. Maar ze ligt nu in coma in bed. Finally.

Consternatiebureau

Vanaf mijn jeugd heb ik een bepaalde vorm van ontzag en respect voor bepaalde autoriteiten als overheidsinstanties. Zij hebben immers toegang tot de laatste inzichten, zijn onafhankelijk, houden hun vakliteratuur bij en kunnen deze vertalen naar de praktijk, zodat ze op nieuwe ontwikkelingen kunnen inspringen door goede en doordachte adviezen te geven aan  burgers. Dus ik had er geen problemen mee om naar het consultatiebureau te gaan, deze geven vast goede adviezen aan verse en vaak onzekere ouders.
Ons meisje is een beetje aan de kleine kant. Vinden de medewerkers van het consultatiebureau. “Kijk maar, ze zit nu onder het gemiddelde van de groeicurve”. Dus moet ik niet over twee maanden terug komen, maar over een maand. Om nog een keer te meten en te wegen. Daar groeit ze vast harder van ja. “Ja, eigenlijk is deze groeicurve voor flesgevoede baby’s en we zien vaak dat borstgevoede babies niet aan de curve voldoen”.
Ho stop de tijd.
Het consultatiebureau adviseert borstvoeding te geven en legt de baby’s dan langs de meetlat van flesgevoede baby’s? Wat voor signaal geef je daarmee af? Dat flesvoeding stiekem toch de norm is?
Eenmaal thuis ging ook vriendlief zich zorgen maken over het gewicht en de lengte. “Moet er niets bijgegeven worden?”. De wanhoop nabij, want je gaat je toch zorgen maken, nam ik contact op met een vriendin. De me gelukkig wees op de groeicurven van de WHO, de Wereld Gezondheids Organisatie. In deze curves zijn beide groepen kinderen opgenomen. En valt onze dochter gelukkig in een groen veilig gebied.
In januari nog maar wel een keer extra naar het consternatiebureau, dan kan ik mooi weer nieuwe gegevens aan mijn eigen grafiekje toevoegen.
En helaas, de adviezen van dat bureau ga ik vanaf nu helaas toch met een korreltje zout nemen, in ieder geval ga ik zelf ook goed zoeken naar literatuur en zo.

Een kind kan de was doen

Een zacht knetterend geluid, een baby die ingespannen kijkt en een bepaald aroma stijgt op. Tegelijkertijd voel ik iets warms op mijn arm. De hoogste tijd om eens te zien of alles nog kits is achter de rits.
Eenmaal op het verschoonkussen kijk ik naar een grote chaos, waarbij het onoverkomelijk is dat het een nog grotere smeerboel wordt dan het nu al is. De baby lacht nu voluit en kraait vrolijke geluidjes. Ja ja, alles prima, maar hoe krijg ik jou uitgekleed zonder dat je weer opnieuw in bad moet? Je bent er vanochtend nog geweest ja!
Reukorgaan uitschakelend probeer ik er zonder al te veel kleerscheuren van af te komen. Met grote washand en natte doekjes komen we gelukkig een heel end. Nieuwe kleren uitgezocht: zal ik dat met dat combineren, nee laat ik maar dit doen. Al gauw blijkt de nutteloosheid van die actie. Het enige frisse aan de nieuwe romper is het friszuur van de maaginhoud van de baby. En uiteindelijk heeft ze een setje aan dat niet combineert, maar wel schoon is. Voor hoe lang, dat mag Joost weten, maar in mijn armen heb ik een baby met een glimlach van oor tot oor.

Maximaal

Een groot en grotendeels leeg parkeerterrein. Ik ben bezig de maxi-cosi in de auto te monteren en heb daarom mijn portier wagenwijd (sic) openstaan. Opeens voel ik ogen in mijn rug branden en kijk om.
Een grijze dame in dito auto kijkt me ongeduldig aan. Ze staat te wachten tot ik klaar ben en het duurt haar waarschijnlijk allemaal te lang. Nu kan ze niet direct terecht op de plek precies naast mijn auto om haar auto te parkeren.
Ik bijt om mijn wang om een verwensing tegen te houden en glimlach daarna onnozel en liefjes naar mevrouw. Heeeeeeeeeeeel rustig maak ik mijn werkje af, geef Floortje nog een extra kusje en doe het portier dicht. Even twijfel ik of ik ‘m nog een keertje open doe om een dekentje goed recht te leggen, maar ik besluit dat mevrouw al genoeg geleden heeft en rijd tergend langzaam het parkeervak uit. Oeps, nu moet mevrouw weer wachten, ditmaal met uitstappen.
Het leven is zwaar.

Prikken

In de achteruitkijkspiegel kijkt een verwilderde vrouw mij aan. Mascaravlekken tot onder haar oksels in plaats van op haar wimpers. In haar tas een omslagdeken met dikke druppels bloed en een plasje urine.
Achterin de auto een baby met rode vlekken in het gezicht, aan haar linkerwang een verdwaald traantje en af en toe nog een snikje.
Ik hervind mezelf en start de auto. Pink nog een traan weg en rijd naar huis. Waar mijn kleine beertje lekker in de box mag liggen slapen en ik nog even een verlaat ontbijtje voor mezelf ga maken.
Een kersvers moedergevoel en de eerste keer vaccinaties, het valt me nog lang niet mee.

De Bevalling

Van vriendinnen en vage kennissen krijg je ongevraagd en meestal goedbedoeld advies over het fenomeen. Op zwangerschapsyoga krijg je technieken aangeleerd en je moeder steekt je een hart onder de riem dat zowel jij als je broer er zó uit waren.
Maar hoe het echt gaat, dat kan niemand je vertellen. Elke bevalling gaat anders, hoewel het eindresultaat vaak wel hetzelfde is: het kind is er uit.
’t Kan snel, ’t kan langzaam gaan, moeilijk, makkelijk, zonder complicaties, met complicaties, alle soorten en maten. Voorbereiden op zoiets abstracts is best lastig.Uiteraard krijg je er wel vakliteratuur bij. Het boek “Als bevallen spannend is” geeft hoop, waar de bestseller “Duik in je weeën” weer nét even te plastische illustraties heeft, zodat ik er maar een keer vluchtig in heb gekeken.

En geloof me: dat boek had mij niet geholpen. Geen enkel advies of yogatechniek heeft me overigens geholpen. Duik in je weeën. Ja ja.
Nou, die weeën begonnen dus toen vriendlief lekker de stad in was. Kalm aan, sms’te ik nog. Maar vriendlief snelde fluks naar huis. En hij kon eigenlijk niet meer doen dan timen hoe lang de ween duurden en wat de tussentijd was. Want ik hoefde echt niemand aan mijn lijf. Ik dook namelijk in mijn weeën. Er zijn verschillende soorten weeën. En ook verschillende plekken waar je die sensatie kunt ervaren. In je rug, in je buik, ik las zelfs ergens in je bovenbenen. Voorweeën, weeënstorm, persweeën, naweeën, dat schijnt de normale volgorde te zijn. Het is niet helemaal de bedoeling dat je persweeën krijgt zo vér voor de volledige ontsluiting. Nou, ik kreeg ze wel. En dan is er geen duiken meer in je weeën bij hoor. Ik moest ze tegenhouden. Nou, ik heb in een moment van angst wel eens mijn motorfiets van 300 kilo van de grond getild, maar persweeën tegenhouden, ik geef het je te doen.
Dat. Kan. Gewoon. Niet.
Uiteindelijk, na uren zinloze persweeën gingen we dan naar het ziekenhuis. Met weeën in de auto gaan stappen. Geen idee hoe dat moest. Of hoe ik dat uiteindelijk toch gedaan heb. En eenmaal in het ziekenhuis duurde het ook even voordat we op de afdeling waren, want ik heb elke muur geloof ik geknuffeld om de weeën op te vangen. Achteraf schaam je je ogen uit je kop, op het moment zelf heb je niet zo’n last van dat decorumverlies.
En waar ik van te voren had bedacht dat ik geen pijnstilling hoefde, daar nam ik alles wat me aangeboden werd. Toen daarmee de persweeën onder controle kwamen, was de volledige ontsluiting daar. “Nu mag je gaan persen”. Ik weet niet hoor. Nadat ik het acht uur heb moeten tegenhouden en het nu eindelijk onderdrukt was: Géén idee meer hoe dat moest. Dus uiteindelijk kwam er nog een vacuüm en een schaar aan te pas.

Maar daar was ze dan. Ietwat verkreukeld van de lange reis, maar het mooiste dat ik tot nu toe heb gezien.Het was allesbehalve een ideale bevalling, maar wel een perfect eindresultaat.