Wie heeft er tegenwoordig nou nog idealen
Wie gaat er nog voor zijn ideeen in de slag
Nu je niet eens je hypotheek meer kunt betalen
En de benzineprijzen stijgen met de dag
Wie neemt er nog de moeite om zich te verbazen
Over de haast waarmee wij naar de bliksem gaan
Alleen een aantal onverbeterlijke dwazen
Die eisen dat daar nou eens iets aan wordt gedaan
Want je moet gek zijn om te durven blijven dromen
Over een maatschappij die toekomstkansen heeft
Enfin, dus zal het van de gekken moeten komen
Of deze wereld ons normaal-zijn overleeft
Wie maakt er zich nog druk om hongerende landen
Waar zo veel kinderen creperen ieder uur
Wanneer je bij het warme maal met lange tanden
Gehakt moet eten, want een biefstuk wordt te duur
Wij krimpen in en daarom kan de rest verrekken
Wie vindt dat nou niet redelijk als dat gebeurt
Alleen een stel naief-sociaal bewogen gekken
Dat ondanks alles over eerlijk delen zeurt
Want je moet gek zijn om te durven blijven dromen
Over het recht dat ieder mens op voedsel heeft
Enfin, dus zal het van de gekken moeten komen
Of deze wereld ons normaal-zijn overleeft
Wie heeft er nog problemen met die kruisraketten
Terwijl een man als de minister-president
Die dingen rustig in zijn achtertuin wil zetten
Hoewel hij, zegt-ie, de gevaren onderkent
Wie accepteert niet dat die bom zo straks zal vallen
En vraagt zich hoogstens af wanneer dat dan zal zijn
Alleen zo’n drie of vier maal honderdduizend mallen
Op een novemberdag op het Museumplein
Want je moet gek zijn om te durven blijven dromen
Dat menselijke stommiteit zijn grenzen heeft
Enfin, dus zal het van de gekken moeten komen
Of deze wereld ons normaal-zijn overleeft
Wie heeft er nog het lef een nieuwe boom te poten
Of wie begint er nog met liefde aan een kind
Alleen dat soort niet-klein-te-krijgen idioten
Dat weigert om normaal te zijn
En doof
En blind