Ik heb meestal geen slechte ervaringen met op maandagmorgen moeten gaan werken. Deze maandag wel. Fris en fruitig na een trein- en fietstochtje liep ik nietsvermoedend het pand in.
Bij de receptie moet ik altijd mijn pieper en telefoon ophalen, maar ik moest nu eerst even wachten op mijn voorganger, iemand van de technische dienst. Die werkelijk buiten alle fatsoensnormen aan de receptioniste kenbaar aan het maken was dat het niet zo liep zoals hij wilde. “Dan gaat mijn dag dankzij jou dus gvd helemaal kl.. lopen!” De receptioniste is opgeleid om met dit soort situaties om te gaan, dus boelkloedig en beleefd antwoordde ze dat zij toch echt niet het privénummer van de collega aan hem ging doorgeven.
Kwaad liep hij weg. Ook goedemorgen.
Een uurtje later ging het brandalarm. Procedure voor niet BHV-ers is als volgt: snel je naar de receptie en wacht daar rustig op instructies van de BHV-er. En wie stond daar al te blazen (en echt niet om het vuur uit te krijgen)? Juist, de medewerker van de technische dienst.
Wie wij wel dachten te zijn, als domme schapen staan te kijken en niets te doen. En vooral de zorgmanagers. De BHV-ers ondertussen werden helemaal zenuwachtig, want doordat hij zo stond te schreeuwen, wisten zij niet meer wat te doen. Rustig vertelde ik, ik die geen enkele BHV scholing ooit genoten heeft, wat ik dacht dat er moest gebeuren, ondertussen stond ik te kóken omdat iemand de moed had mij voor een dom schaap uit te maken.
Toen het sein loos alarm werd gegeven, mochten we weg, maar ik wachtte nog even. Even met mijn gore feedbek (kreet op een coachingkalender) de man van feedback voorzien. De techniek van de gebroken grammafoonplaat moest ik erg veel toepassen. “Ik vind het niet prettig dat je mij een dom schaap noemt”, zo’n zes keer herhalen, terwijl er tussendoor geschreeuwd wordt dat niemand hier in huis de procedures weet etc. etc. En dat hij zeker voor mij niet op zijn knieën gaat (erhm… en wat dan precies doen, zo op je knieën voor mij?).
Maar uiteindelijk werkte het: “dus wat jij wilt zeggen is dat jij geen dom schaap genoemd wil worden?”
Het licht ging toch nog branden.
bèbèèèèh