Categoriearchief: algemeen

Knoopje

Ik kwam in het park een Sjonnie en een Anita tegen. Hoog geblondeerd, getoupeerd haar, in haar geval en een kaal hoofd boven een glimmend trainingspak in zijn geval. In elke hand een hondenriem, waaraan in totaal vier kleine witte hondjes zaten. Net op het moment dat ik deze situatie helemaal in me op had genomen, kwam er een luid blaffende enthousiaste cocker spaniel aandraven.

Paniek alom en een grote knoop met hondjes, riemen en een been van Anita.

Ik stond gelukkig ver weg, want Sjonnie ontplofte bijna tijdens het vloeken.

De cocker spaniel kon gelukkig op tijd wegkomen en de eigenaar bleef heel wijs nog even achter de bosjes staan.

Alternatief

“We willen graag elf koffie en elf appelgebak”. Op zichzelf geen moeilijke bestelling, zo leek ons, maar de jongen in de bediening moest er een bestelbon bij pakken. Nu is het ook wel lastig als je een lichte verstandelijke beperking hebt. In plaats van achter het hokje “koffie” het cijfer 11 te zetten, begon hij: 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1. Want dat wordt beter begrepen bij de koffiebar. En achter het hokje “appeltaart” kwam ook een hele rits één-en.

Dit was het voorteken dat we ook niet moesten verwachten dat we de koffie tegelijk met de appeltaart zouden krijgen. Eerst werden er vier kopjes koffie op tafel gezet, tien minuten later nog eens vier en weer tien minuten later de laatste drie. Uiteindelijk de appeltaart zelf maar gehaald om nog even de smaak van koffie in de mond te hebben bij een stukje, overigens heerlijke appeltaart.

We waren bezig met de Rabobank sponsorfietstocht. Elke vereniging mag hier aan meedoen. Als je met tien deelnemers een tocht van dertig km. volbrengt en bij alle Rabobanken op de route een stempel meepakt, verdien je 250 euro voor de clubkas. Tijdens de tocht kom je niet alleen langs de plaatselijke banken, maar natuurlijk ook langs allerlei boerderijen en molens met authentieke en landelijke producten. Dus fietste ik met vijf kg. appels, één kg. pruimen en twee kg. meel vrolijk verder. Meel waar ik later een heerlijk brood van heb gebakken.
Een gast, enkele dagen later bij mij op visite, verzuchtte dat ik zo “alternatief” ben geworden, want: “ik bak mijn eigen brood”. Sorry?!? Onder welke steen kom jij dan vandaan gekropen?

Gekke dieren

Bron: Column Ben Tiggelaar @ Intermediar week 37

Mensen zijn gekke dieren. Als een koe in een hoek van het weiland staat waar het gras niet lekker smaakt, sjokt ze een stukje verder naar een plekje waar het nog wel groen is.

Maar als een mens een plekje op de arbeidsmarkt heeft dat hem of haar niet bevalt, dan gaan we in veel gevallen staan loeien tot er anderen naar ons komen kijken. We vertellen aan hen hoe slecht we het hebben. Dat we hopen dat het beter wordt. We sturen een ingezonden brief, waarin we vertellen hoe we dagelijks lijden onder het teveel aan werk, het tekort aan werk, de behandeling door onze baas, de lange files en de vertraagde trein.

Wij mensen zijn een diersoort die klaagt dat de boer ons niet dagelijks vers gras komt brengen in ons hoekje van het weiland. Terwijl hij toch kan zien dat we op kale grond staan. We klagen dat de boer ons niet hoort als hij aan het werk is aan de andere kant van het bedrijf. En we vertellen onszelf en de andere koeien voortdurend hoe verschrikkelijk moeilijk het wel niet is, met name in ons bijzondere geval, om twee meter verderop te gaan grazen. Laat staan in een ander weiland.

Verwarrend. Want de meest belangrijke ontwikkeling in de arbeidsmarkt is wat mij betreft het structurele werknemerstekort. Steeds meer gras, steeds meer oude koeien en steeds minder kalfjes. Voor de meeste werkenden mogelijkheden te over dus.

Populaire werkgevers moeten nu al knokken om goede mensen te krijgen. En veel bedrijven kijken over de oostelijke grens van onze boerderij naar de koeien van de buren. Die loeien veel minder hard en zijn wél bereid om een eindje te lopen voor wat groener gras.

Bore-out, burn-out; ik geloof best dat je ziek kunt worden van je werk. En ik snap best dat je de verkeerde baan kunt kiezen. Maar het blijft fascinerend hoe we rechtvaardigen dat we er niets aan doen. Hoe we ons koesteren in de aandacht die ons slachtoffergeloei ons oplevert, in plaats van te kiezen voor een andere, betere baan.

We zijn hele gekke dieren.

Ben Tiggelaar

Volgens mij heeft Ben de afgelopen weken op mijn werk over mijn schouder meegekeken.

Goedemorgen

Ik heb meestal geen slechte ervaringen met op maandagmorgen moeten gaan werken. Deze maandag wel. Fris en fruitig na een trein- en fietstochtje liep ik nietsvermoedend het pand in.

Bij de receptie moet ik altijd mijn pieper en telefoon ophalen, maar ik moest nu eerst even wachten op mijn voorganger, iemand van de technische dienst. Die werkelijk buiten alle fatsoensnormen aan de receptioniste kenbaar aan het maken was dat het niet zo liep zoals hij wilde. “Dan gaat mijn dag dankzij jou dus gvd helemaal kl.. lopen!” De receptioniste is opgeleid om met dit soort situaties om te gaan, dus boelkloedig en beleefd antwoordde ze dat zij toch echt niet het privénummer van de collega aan hem ging doorgeven.

Kwaad liep hij weg. Ook goedemorgen.
Een uurtje later ging het brandalarm. Procedure voor niet BHV-ers is als volgt: snel je naar de receptie en wacht daar rustig op instructies van de BHV-er. En wie stond daar al te blazen (en echt niet om het vuur uit te krijgen)? Juist, de medewerker van de technische dienst.

Wie wij wel dachten te zijn, als domme schapen staan te kijken en niets te doen. En vooral de zorgmanagers. De BHV-ers ondertussen werden helemaal zenuwachtig, want doordat hij zo stond te schreeuwen, wisten zij niet meer wat te doen. Rustig vertelde ik, ik die geen enkele BHV scholing ooit genoten heeft, wat ik dacht dat er moest gebeuren, ondertussen stond ik te kóken omdat iemand de moed had mij voor een dom schaap uit te maken.

Toen het sein loos alarm werd gegeven, mochten we weg, maar ik wachtte nog even. Even met mijn gore feedbek (kreet op een coachingkalender) de man van feedback voorzien. De techniek van de gebroken grammafoonplaat moest ik erg veel toepassen. “Ik vind het niet prettig dat je mij een dom schaap noemt”, zo’n zes keer herhalen, terwijl er tussendoor geschreeuwd wordt dat niemand hier in huis de procedures weet etc. etc. En dat hij zeker voor mij niet op zijn knieën gaat (erhm… en wat dan precies doen, zo op je knieën voor mij?).

Maar uiteindelijk werkte het: “dus wat jij wilt zeggen is dat jij geen dom schaap genoemd wil worden?”

Het licht ging toch nog branden.

Goedemorgen

Ik heb meestal geen slechte ervaringen met op maandagmorgen moeten gaan werken. Deze maandag wel. Fris en fruitig na een trein- en fietstochtje liep ik nietsvermoedend het pand in.

Bij de receptie moet ik altijd mijn pieper en telefoon ophalen, maar ik moest nu eerst even wachten op mijn voorganger, iemand van de technische dienst. Die werkelijk buiten alle fatsoensnormen aan de receptioniste kenbaar aan het maken was dat het niet zo liep zoals hij wilde. “Dan gaat mijn dag dankzij jou dus gvd helemaal kl.. lopen!” De receptioniste is opgeleid om met dit soort situaties om te gaan, dus boelkloedig en beleefd antwoordde ze dat zij toch echt niet het privénummer van de collega aan hem ging doorgeven.

Kwaad liep hij weg. Ook goedemorgen.
Een uurtje later ging het brandalarm. Procedure voor niet BHV-ers is als volgt: snel je naar de receptie en wacht daar rustig op instructies van de BHV-er. En wie stond daar al te blazen (en echt niet om het vuur uit te krijgen)? Juist, de medewerker van de technische dienst.

Wie wij wel dachten te zijn, als domme schapen staan te kijken en niets te doen. En vooral de zorgmanagers. De BHV-ers ondertussen werden helemaal zenuwachtig, want doordat hij zo stond te schreeuwen, wisten zij niet meer wat te doen. Rustig vertelde ik, ik die geen enkele BHV scholing ooit genoten heeft, wat ik dacht dat er moest gebeuren, ondertussen stond ik te kóken omdat iemand de moed had mij voor een dom schaap uit te maken.

Toen het sein loos alarm werd gegeven, mochten we weg, maar ik wachtte nog even. Even met mijn gore feedbek (kreet op een coachingkalender) de man van feedback voorzien. De techniek van de gebroken grammafoonplaat moest ik erg veel toepassen. “Ik vind het niet prettig dat je mij een dom schaap noemt”, zo’n zes keer herhalen, terwijl er tussendoor geschreeuwd wordt dat niemand hier in huis de procedures weet etc. etc. En dat hij zeker voor mij niet op zijn knieën gaat (erhm… en wat dan precies doen, zo op je knieën voor mij?).

Maar uiteindelijk werkte het: “dus wat jij wilt zeggen is dat jij geen dom schaap genoemd wil worden?”

Het licht ging toch nog branden.